Als je iets wil, moet je er moeite voor doen

Tijd voor een bijbaan

Mijn oudste zoon is nu vijftien jaar oud en is onlangs begonnen aan zijn eerste bijbaantje: pizzakoerier. Er is altijd veel vraag naar maaltijdbezorgers, bij ieder restaurant zie je wel posters hangen op zoek naar koeriers. Maar sinds de ontwikkeling van de elektronische fietsen kunnen ook jongelui zonder scooter de maaltijden vlot wegbrengen. Dus zo ook Jesse.

Jesse wilt namelijk graag een nieuwe iPhone. De slimmerik had het toestel boven aan zijn verjaardagslijstje gezet. Maar een telefoon van ruim duizend euro vind ik iets te veel van het goede. We hebben hem belooft een kwart van het bedrag bij te dragen, maar de rest zal hij zelf moeten verdienen.

Leren met geld omgaan

Mijn vrouw was het hier aanvankelijk niet mee eens. “Dan heeft die jongen over drie maanden nog geen cadeautje! Wij werken er toch veel sneller voor?” Ik ben benieuwd wat jullie hier van vinden. Zelf was ik twaalf toen ik mijn eerste bijbaantje had. Eerst in de kas van de buren, waar ik bollen moest pellen aan de lopende band. Vervolgens werd ik daar geüpgrade en mocht ik de bloembollen verplaatsen. Daar begon de pret: met vrienden ging ik lekker racen met een steekwagen. De baas  vond het prima, de bollen werden alleen maar sneller vervoerd. Ook tijdens mijn studie heb ik altijd een baantje er naast gehad. Mijn ouders wilden me best tegemoet komen voor mijn uitgaven, maar vonden het belangrijk dat ik wist waar het geld vandaan kwam: namelijk hard werken. Daar ben ik hen achteraf erg dankbaar voor. Van jongs af aan leerde ik omgaan met geld. Als ik iets wilde, moest ik er iets voor doen. En die mentaliteit hoop ik door te geven aan Jesse.

Een bijbaan kan best leuk zijn

Nu is Jesse al een paar weken bezig, en eigenlijk heeft hij het werelds naar zijn zin. Net als ik vroeger racete met de steekwagen, racet hij op zijn fiets om nieuwe bezorg-PR’s te verbreken. Hij werkt twee avonden per week, en iedere keer na zijn werk heeft hij een leuk verhaal om te delen. Of het nu gaat over een zwarte kat die zijn weg kruiste of een vieze man die de deur in zijn onderbroek opendeed. Hij heeft schik met zijn collega’s en tot nu toe hoor ik hem bijna niet klagen. Naar zijn vrienden toe kan hij nu opscheppen hoe veel geld hij al heeft verdiend, en hoe veel hij nog moet voor de nieuwe iPhone. Of hij daarna ook blijft doorwerken? Ik denk het haast wel.

Geef een reactie